De ZNA-taalapp:
voor en door verpleegkundigen
Dit artikel verscheen op de site van Nursing Vlaanderen, de vakwebsite voor verpleegkundigen in Vlaanderen.
Auteur: Lien Lammar
Dit artikel verscheen op de site van Nursing Vlaanderen, de vakwebsite voor verpleegkundigen in Vlaanderen.
Auteur: Lien Lammar
Een goede communicatie met de patiënt is onmisbaar bij een goede zorg. Niet dezelfde taal spreken kan dan een uitdaging zijn. Het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) heeft daarom in samenwerking met verpleegkundigen een vertaalapp gemaakt.
ZNA is de eerste ziekenhuizengroep in de Benelux die zelf een taalapp geproduceerd heeft. Global Talk, zoals de app heet, bevat 350 vragen, antwoorden en instructies, en is beschikbaar in de twaalf meest voorkomende talen in Vlaanderen. Dat zijn: Nederlands, Frans, Spaans, Berbers, Modern Standaard Arabisch, Turks, Farsi, Russisch, Pools, Roemeens en Oekraïens. Er is keuze uit twaalf ziekenhuisafdelingen, van cardiologie en materniteit tot geriatrie, intensieve zorg, spoed en pediatrie. Daarnaast kun je kiezen uit 28 thema’s zoals ‘operatie’, ‘medicatie’ of ‘identiteitsgegevens’.
Een tweede primeur is dat verpleegkundigen actief meegewerkt hebben aan de taalapp. Bij de ontwikkeling waren 30 artsen en 20 verpleegkundigen betrokken. Het waren de verpleegkundigen die de meest gestelde vragen, antwoorden en instructies opgelijst hebben. Vervolgens is alles vertaald en ingesproken door professionele tolken, waardoor de uitspraak en vertalingen correcter zijn dan bij de meeste vertaalsoftware. In een laatste fase hebben verpleegkundigen de app gedurende een aantal weken op de werkvloer uitgetest.
Chris Mariën van ZNA, Coördinator interculturele bemiddeling ZNA, benadrukt dat Global Talk door en voor verpleegkundigen ontwikkeld is. De taalapp is er ook voor artsen, maar bevat vooral vragen die in de dagelijkse realiteit van verpleegkundigen relevant zijn, zegt ze. Verpleegkundigen en andere zorgverleners van ZNA konden voor taalbijstand al langer beroep doen op interculturele bemiddelaars of afstandstolken via telefoon of internet. Met de app kunnen ze nu op elk moment correcte informatie verzamelen of instructies geven, ook buiten de kantooruren. Hebben ze toch een gespecialiseerde tolk nodig, dan kunnen ze die via de tolkenknop in de app oproepen.
De app kan trouwens ook ingezet worden in het contact met Nederlandstalige patiënten met een auditieve beperking.
Els Opdenbergh is verpleegkundige op de afdeling cardiochirurgie in het ZNA Middelheim en werkt met de taalapp.
Els: ‘Dat gaat heel breed. Er staan meer dan driehonderd vragen in die we als zorgverlener vaak moeten stellen, bijvoorbeeld wanneer we informatie moeten verzamelen over de voorgeschiedenis van de patiënt. Denk maar aan vragen als ‘heb je allergieën, ‘neem je medicatie’, ‘waar heb je pijn’… Je kunt met de app ook verduidelijken wat je gaat doen, bijvoorbeeld wanneer je een infuus gaat prikken of bloed gaat afnemen.
Omdat niet alle patiënten kunnen lezen, kun je de vragen of instructies ook laten horen in de juiste taal. De patiënt kan zelf antwoorden of uit een aantal antwoorden kiezen in de app. Opgelet: de app is een taalapp, geen vertaalapp. Je moet aan de slag gaan met de zinnetjes die in de app geprogrammeerd staan. Ik raad iedereen aan om van tevoren even te bekijken welke thema’s en vragen er zoal in staan, zodat je weet waar je moet beginnen zoeken wanneer je de app wil gebruiken bij een patiënt. Dankzij de zoekfunctie kun je snel alle vragen rond eenzelfde thema vinden, bijvoorbeeld ‘pijn’.’
Els: ‘Je hebt wel vertaalapps, maar die werken niet altijd even nauwkeurig. Hier zijn de vragen en antwoorden voorgeprogrammeerd, dus ben je zeker dat de schrijfwijze of uitspraak correct is. Dat is belangrijk als je de juiste medische informatie wilt verzamelen. De app is bovendien eenvoudig te installeren én gemakkelijk in gebruik: de vragen zijn kort en duidelijk geformuleerd, en de tekst die op je scherm verschijnt, is beperkt. Dat maakt het heel overzichtelijk. Als zorgverlener is het belangrijk dat je goed begrijpt wat een patiënt bedoelt, maar ook dat de patiënt verstaat wat jij zegt. Een patiënt die een vraag niet goed begrijpt, kan ‘ja’ knikken terwijl hij ‘nee’ bedoelt. Met de app kan je dit soort misverstanden vermijden.’
Els: ‘Onlangs heb ik de app voor de eerste keer gebruikt. Een vrouw op onze afdeling was geopereerd aan het hart. Ik moest haar parameters opnemen en vragen of ze pijn had. Zij sprak geen Nederlands, en ik geen Oekraïens. Dankzij de app kon ik haar de vraag ‘heb je pijn?’ laten lezen én horen in haar moedertaal. Met de hulp van emoticons – van een heel sip tot een lachend gezichtje – kon ik ook haar pijnscore meten, en kon zij aangeven dat ze graag een pijnstiller wilde hebben. Het was fijn om op die manier te kunnen helpen.
De volgende dagen bleef ik zoveel mogelijk gebruik maken van de app. Ik leerde het woord ‘pijn’ in haar taal uitspreken, zij in het Nederlands. Het feit dat we elkaar konden verstaan, gaf vertrouwen. Dat is voor mij de basis van verpleegkunde: verbinding tussen jezelf als zorgverlener en je patiënt. De app deed me daar opnieuw bij stilstaan. Je kunt wel beroep doen op een tolk of een collega die een andere taal spreekt, of op een familielid dat kan vertalen, maar het belangrijkste is het contact dat je zélf hebt met de patiënt. Hoe hoog de tijdsdruk soms ook is, dat mag je niet vergeten.’