Vlaams en Nederlands: dezelfde taal met veel verschillen

Is het een jurk of een kleedje? En zeg je nu stopcontact of contactdoos? De Nederlandse en Vlaamse taal hebben veel met elkaar gemeen, maar zijn absoluut niet hetzelfde. Een veel voorkomend misverstand, maar wat zijn nu precies de verschillen? We zetten er een paar voor je op een rij:

Is Vlaams een taal?

Om direct een misverstand de wereld uit te helpen: Vlaams is geen officiële taal, maar een variant van het Nederlands. Het Vlaams heeft wel unieke kenmerken waardoor het afwijkt van het standaard Nederlands.

Verschillen tussen het Nederlands en het Vlaams

In essentie spreken we in België en Nederland dezelfde taal. Maar er zijn grote verschillen. Zo spreken er in Nederland zo’n zestien miljoen mensen Nederlands. In België zijn dat er zes miljoen. Zestig procent van de Belgische bevolking heeft Nederlands als moedertaal. Een ander deel van de Belgen, zo’n vier miljoen, heeft Frans als moedertaal.

Woordenschat

Ook de woordenschat is anders. Vlamingen gebruiken andere termen en woorden dan Nederlanders. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:

Nederlands Vlaams
Mobiel GSM
Koelkast IJskast
Krant Gazet
Ham Hesp
Sinaasappel Appelsien
Koffiemelk Koffieroom
Het magazijn De stock
Jurk Kleedje
Koffer Valies
Bonbon Praline
Smerig Vuil
Postbode Facteur
Tuinbroek Salopette
Ui Ajuin
Oma, opa Bomma, bompa/meme, pepe, moeke, vake
Foto maken Foto trekken
Centimeter Lintmeter

Betekenissen

Ook zijn er woorden- en uitdrukkingen die in het Vlaams een andere betekenis hebben dan in het Nederlands. Door deze verschillen kunnen misverstanden ontstaan, omdat een boodschap dan nét anders overkomt. Bij Global Talk zijn we ons daarvan bewust.

Nederlands Vlaams
Lopen (wandelen) lopen (rennen)
Botten (deel van een geraamte) botten (laarzen)
Met een sisser aflopen (het heeft geen ernstige gevolgen) met een sisser aflopen (het is op een mislukking uitgelopen)
Enerverend (opwindend, spannend) enerverend (irritant)
Ga op je poep zitten (ga op je drol zitten) ga op je poep zitten (ga op je billen zitten)
Kuisen (kuisheid) kuisen (schoonmaken)
Schoon (rein, zonder vuil) schoon (mooi)
Voortvarend (energiek, doortastend) voortvarend (onbezonnen)

Vragen we in Nederland iemand op zijn poep te gaan zitten, dan krijg je ongetwijfeld rare blikken. Op bijvoorbeeld een basisschool in België is deze vraag heel normaal. Zegt een Nederlander dat hij iets enerverend vindt, dan is dat positief, terwijl dat woord in het Vlaams helemaal geen positieve betekenis heeft.

Uitspraak

Het belangrijkste verschil tussen het Nederlands en Vlaams is de uitspraak. Wie ooit zowel Nederlands als Vlaams heeft gehoord, weet dat de taal anders klinkt. Een tv-presentator van de VRT klinkt niet hetzelfde als een presentator van de NPO (omroep in Nederland).

Zo kenmerkt het Vlaams zich door de zachte ‘G’. Verder wordt in het Vlaams een aantal letters meer gesloten uitgesproken; zoals de ‘o’ in ‘pot’. Andere letters worden juist weer meer open uitgesproken dan in Nederland. De ‘e’ in ‘bed’ bijvoorbeeld.

De ui-klank verschilt ook tussen het Nederlands en het Vlaams. In het Vlaams klinkt deze als ‘oe-ie’, en in het Nederlands als ‘auw-ie’. En een Vlaming gaat met de ‘tram’ naar het werk, terwijl een Nederlander met de ‘trem’ gaat.

Franse invloeden

België grenst onder meer aan Frankrijk, daarnaast wonen er veel Franstaligen in België. Dit zie en hoor je terug in het Vlaams. Dat zit vol met Franse leenwoorden- en uitdrukkingen, die in Nederland minder gebruikelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn frigo (koelkast), brol (rommel), garcet (klein voorwerp, dingetje), croque-monsieur (tosti), confituur (jam) en velo (fiets).

Elkaar beter begrijpen

Hoewel de Nederlandse taal in België- en Nederland veel gemeen heeft, zijn er dus duidelijke verschillen. Wanneer we deze verschillen kennen dan kunnen we elkaar niet alleen verstaan, maar ook echt begrijpen.